Wat vind ik dat iemand anders over mij zou moeten weten?
Aan mij is niets te zien van de gevolgen van een schade aan mijn hersenen. Het resultaat hiervan zijn goede en slechte dagen voor mij. Helaas blijven restverschijnselen mijn dagelijkse leven beïnvloeden. Ik heb goede dagen, dat wil zeggen dat ik mij dan goed voel als ik mij aan mijn regels houd, dan gaat het tamelijk goed met mij. Dan kan ik meedraaien in het dagelijkse leven en soms iets extra’s ondernemen. Maar ik moet altijd rekening houden met niet te enthousiast of overmoedig raken want te ver gaan betekent over mijn grenzen gaan en dat is vergif voor mijn geest en lichaam. Het resultaat: slechte dagen die dan volgen. En dan is het wel aan mij te zien en te merken.
Slechte dagen betekent: dat zonder pardon de harde afstraffing het gevolg zal zijn. Dan gaat het ook echt niet goed met mij. Mijn geest en lichaam zijn opeens niet meer van mij want deze hebben een eigen regie en voorlopig niet meer door mij te stoppen. Dat gaat enkele dagen lang duren. Al mijn gevoelens die ik door mijn lichaam voel en mijn gedachten zijn wel 10 keer meer versterkt dan voorheen. Het begint met een druk in mijn hoofd een soort van beweging in mijn hoofd. Ik voel mij daardoor duizelig en heb evenwichtsstoornis. De geluiden van buitenaf veranderen en de ruis in mijn hoofd wordt alleen maar erger.
Daardoor krijg ik overdag en in de nacht geen rust. Ik word achtervolgd door vreemde dromen en onrust door mijn lichaam en geest. Daardoor kan ik niet bijtanken en bijkomen om de dag door te komen. De hele dag ben ik doodmoe. Kleine pijntjes hier en daar zijn versterkt. Af en toe heb ik een lift-gevoel, dat voelt eng. Mijn spieren zijn innerlijk zo gespannen dat het pijn doet, maar aan de buitenkant is dat niet te zien. Een misselijk gevoel komt steeds om de hoek kijken. Negatieve gedachten overvallen mij. Ik word daar prikkelbaar en onrustig van. De flitsende beelden op TV zijn zo irritant dat ik er niet naar kan kijken. Een gesprek is moeilijk te volgen en zeker als er andere geluiden of gesprekken op de achtergrond of naast mij zijn. Drukte om mij heen kan ik nu niet meer verdragen. Het geschreeuw van kinderen al helemaal niet. Concentratie is ver te zoeken.
Om te kunnen concentreren moet ik mij dwingen en dat frustreert enorm en vraagt veel energie. Gevoelens van frustratie, angst en onzekerheid maken mij opstandig, ongeduldig. Ik weet niet hoe- lang ik dit zal blijven voelen of wanneer het weer rustiger wordt en ik even weer op adem kan komen. Mijn hersenen hebben kermis. Mijn lichaam lijkt een achtbaan van gevoelens. Dat zorgt er voor dat ik me weer onveilig voel. Mijn tong is een seconde te laat, daardoor stuntel ik of kom zelfs niet op woorden. Dat vind ik niks, dus wil ik ook liever niet praten. Aan het lopen is het te zien dat ik met het been sleep. Het gevoel te hebben dat ik eigenlijk niets anders kan doen dan afwachten tot het langzaamaan weer beter zal worden. Mijn grootste angst is: blijf dit zo?
Dit zijn mijn ervaringen die ik beschreven heb omdat ik vind dat anderen dit over mij mogen weten. Dan hoop ik op meer begrip. Iedereen die dit herkent, wil ik tegen zeggen: ga niet stressen, het is wat het is. Lieky Van der Velden