N.A.H. NIET AANGEBOREN. HERSENLETSEL
Dit is een verzameling van berichten en gedichten toegespitst op mensen met NAH (Niet Aangeboren Hersenletsel). , Han en mamma, beschrijf ik hoe het leven kan zijn voor een kind met NAH. Mijn bedoeling is dat u een inzicht krijgt om het kind zo beter te begrijpen. Heeft geen begin, geen middengedeelte en ook geen plot. Het verhaal loopt door elkaar, zoals ook de dagen met NAH kunnen zijn. Het boek is een bundeling van verschillende berichten en gedichten (op social media) uit het leven van een kind met hersenletsel. Een boek van alledag met plussen en minnen.
Elk hoofdstuk staat op zichzelf en wil je meenemen naar de dagelijkse problemen (maar ook oplossingen) die een kind met NAH kunnen overkomen. Geen dag met NAH is hetzelfde. Je weet vaak niet eens wat je morgen te wachten staat. Een afspraak met het kind maken is vaak al lastig. Jij en ook het kind weet niet wat de dag zal brengen. Wat ik wel met het boek voor ogen heb is je inzicht te geven in die lastige momenten en dagen. De dagen dat jij als ouder het even niet meer ziet zitten. Die dagen dat je net dat kleine steuntje in je rug nodig hebt. Maar vooral informatie te geven en daarmee inzicht en begrip. Er zijn zoveel mensen/kinderen met hersenletsel waar niet aan te zien is dat zij gebukt gaan onder veel leed. Dat kan verwarrend zijn. Voor jou, voor het kind, maar ook voor de mensen om jullie heen. Waarschijnlijk herken je iets in de teksten van Han en mamma en vind je daar zelfs troost in. Er zijn er meer die tegen dezelfde soort problemen aanlopen. Misschien kun je het boek laten lezen aan je naasten, je familie, vrienden en mogelijk zelfs op school/dagverblijf. Want nogmaals: NAH is vaak niet wat het lijkt. Probeer met de tips die ik je aanreik iets te doen.
Bekijk je problemen eens vanuit het kind. Het kan je zoveel helpen. Sommige ouders storen zich eraan dat ze niet of nauwelijks begrepen worden door een ander. Soms komt dit voort uit een gebrek aan informatie. Het is niet altijd wat het lijkt. Als ouder heb je waarschijnlijk ervaren dat mensen niet aan Han zien dat hij ziek is. Dat hij beperkt is. Mensen zien alleen de buitenkant. Er is echter ook een innerlijke kant van Han, die voor anderen onzichtbaar is. Dit is alleen door Han zelf te ervaren.
Restverschijnselen en overprikkeling worden helaas nog steeds
onderschat. Het niet (onder) kennen hiervan veroorzaakt veel onzekerheid, onbegrip en vooral onmacht. Informatie schept duidelijkheid en inzicht en bijgevolg meer begrip. Vertel jij een ander niet wat er met jou aan de hand is, dan mag je feitelijk ook niet verwachten dat die ander jou begrijpt.
Blijf vertellen hoe het met Han gaat zodat anderen hiervan op de hoogte zijn. De situatie van Han verschilt van de meeste andere kinderen. Wanneer je informatie geeft, vertel dan in het algemeen over hersenletsel en de bijbehorende restverschijnselen die onzichtbaar zijn voor die ander. Het is niet altijd te zien dat een kind of een volwassenen NAH heeft. Het is niet altijd wat het lijkt!
Ik hoop met deze berichtjes een beetje meer inzicht te geven in je kind.
Lieky van der Velden
Inleiding
In deze bundeling heb ik heel veel van de berichten en gedichten die ik op mijn Facebook plaatste, nu verzameld. In de afgelopen jaren heb ik verschillende gesprekken gehad met ouders van een kind met een hersenletsel. Dat leerde mij dat kinderen, net zoals volwassen mensen met een hersenletsel, restverschijnselen en overprikkelingen, hetzelfde beleven en ondergaan als een volwassene. Omdat ik mij kan voorstellen dat het voor een kind moeilijk uit te leggen is wat het voelt, wil ik graag een beschrijving geven van mijn eigen ervaringen met N.A.H. Het zijn verborgen gebreken, ook bij een kind met N.A.H. Het is niet altijd wat het lijkt. Dat klopt. Aan mij is niet te zien dat ik hersenletsel heb. Ik heb verschillende verborgen gebreken. Door erover te schrijven maak ik het bespreekbaar bij anderen. Het is juist goed om het bespreekbaar te maken en meer informatie over de gevolgen van N.A.H door te geven. Ik ben er altijd van overtuigd geweest, dat informatie inzicht en begrip geeft.
Als mensen kunnen begrijpen wat de persoon voelt en ondergaat, leeft dit een stuk makkelijker. Zo ook voor ouders van kinderen met N.A.H., de Juf op school, de familie, vrienden en andere geïnteresseerden. Lees alsjeblieft in deze bundel over mijn ervaringen en gevoelens met restverschijnselen, overprikkelingen en onzichtbare gebreken met N.A.H. Zo kan het ook bij uw kind zijn.
Een kind met hersenletsel, N.A.H.
Han heeft ook een hersenletsel
HAN kan uitbeelden wat N.A.H met ons doet.
Mijn verhaal is niet volledig zonder de gesprekken met Han en zijn mamma.
Het is goed voor de ouders om zo veel als mogelijk informatie over hersenletsel en de bijverschijnselen te weten.
Ik zeg altijd, “Informatie geeft inzicht en inzicht geeft begrip”. Kinderen met hersenletsel hebben ook last van restverschijnselen, net als grote mensen. Het is bij sommigen niet te zien dat het kind hersenletsel heeft, maar dat wil niet zeggen dat ze nergens last van hebben.
Het kan hun echt wel het leven zuur maken. De ene dag hebben ze er meer last van dan een andere. Het ligt er veel aan, hoe druk het kind is of hoe druk het in zijn omgeving is geweest.
Het komt regelmatig voor dat het kind slechte dagen heeft. Als het erg drukt is geweest, kan het daar dagen later last van hebben ook dagenlang last van houden.
Als mensen niet weten hoe het kind zich voelt, ervaart en ondergaat, is het natuurlijk moeilijk te begrijpen waar ze last van hebben. Moeilijk voor het kind en zeker moeilijk voor de ouders. Ik probeer u inzicht te geven hoe het bij mij voelt, want zo kan het ook bij uw kind aanvoelen.
Door veel gesprekken hierover te hebben gehad met de ouders van een kind met hersenletsel, heb ik begrepen dat het wel degelijk zo is. Kinderen met hersenletsel hebben net als grote mensen restverschijnselen. Restverschijnselen die ze niet begrijpen en nog moeilijker over kunnen spreken.
Restverschijnselen
Restverschijnselen zijn hele nare bijverschijnselen, waar je mee moet leren leven. Er zijn goede dagen en slechte dagen. Er zijn dagen dat je denkt: ’Alles is in orde en het gaat goed.’ En er zijn dagen dat het lontje wel erg kort is.
Dat de uitwerking ook pas later komt. En u vraagt zich af: “Waar komt dit opeens vandaan?” Het zijn restverschijnselen en overprikkelingen, waar het kind mee te maken kan krijgen.
Ik heb zelf een herseninfarct gehad. Dit is mijn beschrijving hierover: Het kan voelen dat er iets niet goed in het hoofd en lichaam is. Je voelt je een beetje naar, ziek en hebt een vervelende druk op het voorhoofd dat net niet als pijn voelt. Maar wat is het dan wel?
De kracht in het lichaam is maar voor de helft aanwezig. De aandacht vasthouden is moeilijk, omdat ik mij niet kan concentreren en nadenken. Je hebt het gevoel erg moe en futloos te zijn. Je hebt geen energie meer en ook geen zin om ook maar iets te doen.
Han praat veel met mamma
Han praat veel met zijn mamma en mamma met Han. Han wil ook begrijpen wat er met hem aan de hand is. Han vraagt steeds aan mamma: “Waarom? Hoezo?”
Han heeft weer zo’n dag dat alles anders is.
Hij voelt zich niet lekker.
“Hoe voelt het dan?”, vraagt Mamma.
“Het voelt soms of ik water in mijn hoofd heb, ik ben alleen maar moe, heb nergens zin in en ik erger mij.” zegt Han.
“Weetje wat,“ zegt mamma, “dan doen wij vandaag iets rustiger aan, een beetje ontspannen onder een dekentje gezellig op de bank zitten.”
Let’s talk about Han
De ervaringen van Han over zijn belevingen door zijn hersenletsel, is als een verhaaltje geschreven.
Han kan uitbeelden hoe hij zich voelt. Vertellen en vragen stellen aan zijn mamma.
Han vraagt: “Wat is Hersenletsel mamma?” Mamma denkt even na,…………………….
“In je hoofd zitten hersenen.
Slimme hersenen.
Hersenen die denken.
Hersenen die samenwerken met jou, met je lichaam.
Alles gebeurt als eerste in je hersenen.
Als je denkt en als je voelt.
Fantaseren doe je ook met je hersenen.
Met je hoofd draaien en lopen en dingen pakken ook.
Je hersenen geven aan jouw Han seintjes door.
Waar je aan moet denken en niet vergeten, ook als jij je ziek voelt.
Maar het kan zijn, dat hersenen een beschadiging hebben. Net als je speelgoed, als jij te wild met je speelgoed bent, kan je het beschadigen en kan het zelfs kapot gaan.
Als dat gebeurt bij een deel van je hersenen dan zijn die beschadigd. Dat is Hersenletsel. Als je hersenen beschadigd zijn, werken ze niet goed meer, net als bij je speelgoed.
Dan kan jij je handen, voeten, benen en je hoofd niet goed meer gebruiken. Dan zijn ze stuk.
Dan moet je misschien wel in een rolstoel zitten om jezelf te verplaatsen.
Heb je vast wel eens gezien, dat iemand in een rolstoel zit?” vraagt mamma. Han luistert met veel aandacht wat mamma allemaal vertelt.
Overdag en in de nacht
Overdag en in de nacht
Stelt u voor, dat dit bij uw kind hoort.
Overdag en in de nacht zijn ze vaak onrustig. Enge dromen, die ze maar niet met rust kunnen laten, want de gedachten van het kind blijven ook in de nacht gewoon doorgaan. Het geluid is 10x versterkt, irritant en zij schrikken veel sneller dan normaal.
Stress en inspanning, vooral de kaken en nekspieren kunnen verstijfd en pijnlijk aanvoelen. Ze zijn onrustig, ongeduldig en snel geïrriteerd.
De ene dag is het emotioneler dan de andere dag. Het huilt sneller is hangerig en vervelend.
Het voelt voor het kind, alsof het zichzelf in de weg zit en begrijpt maar niet wat er met hem/haar aan de hand is. Dat is een heel naar gevoel.
Het belet het kind om normaal te kunnen functioneren. Het is ook begrijpelijk dat kinderen het niet goed kunnen goed uitleggen of erover kunnen praten.
Stel je voor dat je innerlijk leven een achtbaan is, waarvan alles te snel gaat en te veel indrukken geeft. Niet slechts even, maar de hele dag en soms dagen erna nog.
Zo hersenletsel tot gevolg hebben dat het kind zich zo voelt. Dat is heel lastig als het kind op school zit of zich elders bevindt waar het druk is.
U als ouder, kunt het zich gaan voorstellen dat hij/zij een trechter op het hoofd heeft en alle indrukken van buitenaf gelijktijdig opgevangen worden. Alle geluiden, alle gevoelens, de drukte en bewegingen om het kind heen zijn intense prikkels.
Soms merk je niks aan het kind. Maar opeens kan alles veranderen. Plotseling is het onveilige en nare gevoel bij het kind aanwezig en verandert de stemming. En jij vraagt je af, “Waar komt dit nou weer vandaan?”
Het kind kan in de war raken door de drukte van mensen in de winkel, de geluiden, het felle licht en de atmosfeer, in een gesloten ruimte of waar dan ook.
Harde stemmen zoals schreeuwen en scheldpartijen komen intens binnen.
Dus via de symbolische trechter komen alle indrukken direct bij het kind binnen. Allen gelijktijdig. BOEM!!
Han voelt iets dat vreemd is, hij alleen niet wat,……..
Het kind ervaart gevoelens die vreemd voor hem/haar zijn en echt heel onprettig aanvoelen. Bij TE veel van deze gevoelens, die hem zo overheersen, weet het kind zich geen raad. Meestal gaan ze op de grond liggen omdat ze een evenwichtsstoornis voelen aankomen. Het kan echter niet benoemen wat hem overkomt. En het wil het liefste wegduiken voor al die gevoelens, die hem/haar overvallen, hij/zij wil het niet meer voelen. Maar deze nare gevoelen zitten ‘in het kind’ en het kan er niet voor vluchten of wegkruipen.
Het kind kan in de war raken door de aanwezigheid van luidruchtige mensen. Van harde geluiden, fel licht en de atmosfeer in de winkel of ergens anders. Door het schreeuwen en scheldpartijen van anderen, door harde muziek en TEVEEL drukte. Het kind ervaart gevoelens die vreemd voor hem/haar zijn en die echt onprettig aanvoelen.
Bij TEVEEL invloed van buitenaf weet het kind zich geen raad met zijn gevoelens, die ook allemaal tegelijk aanwezig zijn. Dat is voor een volwassen mens al vervelend en verwarrend, laat staan voor een kind.
Soms merk je niks aan het kind maar opeens kan alles veranderen.
Dan kiept de stemming helemaal om en jij vraagt je af, hoe kan dit, wat is er nu weer?
Het is misschien al eens voorgekomen dat het kind op de grond gaat liggen, omdat hij/zij de verwardheid niet aan kan. Een evenwichtsstoornis heeft en een druk op het voorhoofd aangeeft. Zijn natuurlijke reactie is, de grond opzoeken en vastigheid willen voelen. Waarschijnlijk raakt het kind ook in paniek. Dit maakt hem bang, onzeker, angstig en opstandig.
Er is niets meer met hem/haar aan te vangen. Het kind zelf kan niet uitleggen, wat hem/haar overkomt. Wat er gebeurt. En het liefste zal het kind willen wegkruipen, voor al die gevoelens die hem/haar belagen.
Een onveilig en naar gevoel is bij het kind aanwezig.
Het kind heeft er geen vat op en er is ook geen rem. Hij/zij kan het niet stoppen. Waarschijnlijk heeft het naast alles wat boven is beschreven en een harde ruis zijn oren. Het is nu overbelast en overprikkeld.
Herken je dit?
Wat je dan het beste voor het kind kan doen is het optillen en naar huis gaan. Een stil en rustig plekje opzoeken en hem/haar laten bedaren. Laat het kind liggen als het dat wil. Demp het licht om hem/haar heen. Dat voelt beter voor het kind. Alles moet weer rustig worden. Jij kan je dit gaan voorstellen als een wekker die te ver is opgedraaid, nu moet afratelen en uiteindelijk tot stilstand moet komen. Dat kan komen door ‘te druk’ bezig zijn. Te veel wat om hem/haar heen gebeurt. Soms komt die uitlaatklep ook pas later. En jij vraagt je af: “Wat is dit nu weer en waar komt het vandaan?”
Wat kan jij voor je kind doen?
Door rust en stilte kan hij/zij weer heel langzaam bijtanken. Eerst moet je herkennen, dat dit soms of vaker voorkomt. Er zit meestal een patroon in. En dat patroon moet jij weten
te herkennen en te doorbreken. Ik hoop dat ik je een beetje meer inzicht heb kunnen geven in wat er met je kind gebeurt.
Knoop in je zakdoek
Mamma zegt: “Je hersenen werken ook samen met je lichaam.
Ook als jij af en toe ziek bent. Hersenen weten dat. Zij laten jou
voelen hoe dat voelt, in je hoofd en in je buikje. Want soms ben
jij toch wel eens erg moe?
Dan is jouw lichaam moe en dat voel jij dan.
Je hersenen werken samen met je lichaam. Behalve als het
stuk is, dan werkt het niet goed meer.
Het kan ook zijn, dat je hersenen maar een beetje stuk zijn.
Alles gebeurt in je denken. Alles verandert ook door je denken.
Bijvoorbeeld, dingen onthouden, dingen weten en vergeten.”
“Oh,” zegt Han, “dat heb ik ook wel eens. Dan vergeet ik waar
iets ligt en soms ben ik vergeten wat ik wilde zeggen. Maar
eigenlijk weet ik het wel, hè mam?”
Jij zegt dan altijd, ‘knoop in je zakdoek Han’, maar dat vergeet
ik dan soms.”
“Ja, zo is dat Han, als je iets echt niet mag vergeten, maak dat
een knoop in je zakdoekje. Zo kan je onthouden wat je niet wil
vergeten, want die zit nu in de knoop.”
Hersenen in de war
“TEveel drukte, TEveel lawaai en TEveel gedaan. Daar raken je
hersenen van in de war. Daar kunnen hersenen niet tegen. Dan
heb je veel te veel aan je hoofd.
Als het dus soms even niet goed met je gaat, dan zijn je
hersenen even in de war. Dan ligt alles door elkaar en voel jij je
helemaal niet lekker. Begrijp je dat Han?”
“Ja,” zegt Han, “maar dat vind ik niet leuk, dan erger ik mij.”
“Nee, dat klopt.” zegt mamma, “maar daar kunnen die
hersenen ook niets aan doen. Die werken niet goed en dat is
heel vervelend.
Wat jij en ik kunnen leren, is samenwerken met je hersenen,
je gevoel en met jezelf Han.
Als jij je soms niet lekker voelt, gaan wij samen even rustig aan
doen. Zodat je hersenen ook tot rust kunnen komen.”
“Hoe kan dat nou?” vraagt Han.
“Beetje rustig lopen, rustig zitten, een beetje slapen. Dan doen
we de lichtjes een beetje dimmen, het geluid van de tv zachtjes,
of we zetten hem helemaal uit.
Lekker op de bank zitten te niksen. Lijkt je dat wat Han?”
“Ga je mij dan voorlezen mamma.” Mamma knikt, ja dat doen
we.
“Lekker gezellig.”
Dan roepen je hersenen: “Ik WIL STILTE!”
“Ik val zo om, zoooo moe ben ik”
“ Ik ben zoooo moe” zegt Han, “ik val zo om, zoooo moe ben ik”
“Je hersenen zijn ook soms ziek Han.
Dan hebben ze ook rust nodig. En stilte om je hoofd heen.
Heb jij ook soms een geruis in je oor?” Han zegt:
“Ja, soms.” Dan zegt Han:
“Weet je nog mamma, eerst was het heel leuk, maar opeens
was alles anders. Zo’n raar gevoel in mijn buikje en mijn hoofd
deed raar. Ik was toen erg bang, omdat ik niet wist waarom, wat gebeurt er?
Net of ik spelden op mijn hoofd heb.
Toen ging ik zomaar huilen, ik vond dat maar gek hoor.
Kon ook niet meer goed denken. Beetje gek in mijn hoofd.
Alsof alles vol met watten zit. Ik kon daarom ook niet meer
goed denken. Toen wilde ik naar huis. Hé mam?”
“Dat komt dan omdat je hersenen even niet goed
samenwerken Han.
Je hersenen zijn dan druk bezig om alles te verwerken, van wat
er allemaal om je heen is gebeurd. Als ze daar mee klaar zijn,
dan wordt de ruis minder.
Harde geluiden en drukte, daar kunnen hersenen die een beetje stuk zijn, niet tegen.
Ook hersenen hebben rust nodig. Dan willen ze dat het stil is. Anders wordt alles alleen maar erger.
Daar worden ze ziek van en dat ga jij voelen Han. Weet je nog dat je opeens ziek werd, terwijl je op bezoek heel leuk aan het spelen was met Janneke? Maar dat was dan te druk voor je hersenen.
Dan roepen je hersenen: “Ik WIL STILTE!”
Han begrijpt niet waarom hij steeds moet huilen
“Mamma, ik moet de hele tijd huilen en weet niet waarom. Ik voel mij zo verdrietig.
Hoe kan dat?” vraagt Han. “Dat zijn jouw emoties.” zegt mamma. “Die zitten in je lichaam en in je hoofd tijdens het denken. Die gevoelens van je emoties komen naar buiten door je lichaam, door je tranende ogen. Dat is huilen. Net als zweten. Die zweetdruppeltjes komen ook naar buiten. Net als kippenvel-rillingen over je lichaam, meestal van de kou. Niezen en hoesten komen ook naar buiten.Laat het maar gewoon gebeuren. Het is niet zo erg hoor. Daarna gaat het wel weer beter.”
Druk, druk, druk
Mamma heeft bezoek.
Han was fijn aan het spelen met zijn neefjes en nichtjes.
De grote mensen zaten bij mamma aan tafel.
Het bezoek was druk aan het vertellen en ook nog allemaal
tegelijk, want samen hadden ze een hele leuke vakantie-
ervaring en dat wilde ze mamma maar al te graag vertellen.
Opeens merkte mamma dat het steeds luidruchtige en drukker
werd. De stemming sloeg om en de kinderen als ook de
volwassenen, waren door de drukte van de kinderen
geïrriteerd. Er werd wel een geroepen,
“Jongens nou rustig aan hè, niet zo druk jullie!”
Dat was maar een moment, daarna brak de chaos uit.
Opeens moest alles opgeruimd worden en de kinderen
moesten met hun moeder naar huis.
Han, bleef uitgeput achter……………..
Mamma zag dat Han is helemaal leeg was, helemaal op. Hij
kon geen woord meer zeggen. Mamma tilde Han op en hield
hem stevig vast op haar schoot. Hij was zwak en opgebrand.
Mamma zag welk impact dit gebeuren op Han had.
Samen bleven ze zonder nog een woord met elkaar te spreken, op de bank zitten.
Han is boos!
“Ik vind het niet meer leuk“ zegt Han.
“Ik wil ook net zo met andere kindjes spelen. Die hoeven helemaal niet stil te zijn en te rusten.”
“Ja, maar zij hebben geen N.A.H en jij wel” zegt Mamma.
“Ik wil geen N.A.H.” zegt Han.
“Ik ben boos en moe en ik weet niet waarom, maar het voelt zo.
Ik krijg zomaar dat gevoel” zegt Han aardig gefrustreerd.
Mamma kijkt bedenkelijk en weet ook niet direct wat ze nu moet zeggen.
(Vraag daarom maar eens:)
“Wat wil je dan Han?”
“Dat weet ik niet” zegt Han “Wat weet je dan wel?” vraagt mamma?
“Dat weet ik ook niet” zegt Han en gaat in de hoek zitten
niksen. Han sluit zich af en wil helemaal niets meer.
Het is beter om hem te laten zitten, laat hem gerust even alleen.
Want nu veel vragen stellen heeft geen zin. Han is uit zichzelf lastig en dan is er ook niets met hem aan te vangen. Dat komt omdat Han zelf ook niet weet wat hij met deze gevoelens aan moet.
Mamma vertelt:
“Soms is Han gewoon Han, een lief kind en plotseling is Han
heel vervelend. Zijn gedrag is dan helemaal anders.
Hij is dan helemaal niet Han. Soms begrijp ik Han niet” zegt
mamma.
De batterij is leeg
“Mamma, ik ben zoooooo moe,” zegt Han “het is net alsof ik niets meer kan. Hoe komt dat nou?”
“Weet je nog Han, toen je auto het niet meer deed? Toen was de batterij van je afstandsbediening leeg. Die moest toen in de oplader om opgeladen te worden en toen deed die het weer.
“Ja, dat weet ik nog,” zegt Han, “maar het duurde zo lang voordat de auto het weer deed.”
“Zo is het ook met jou Han. Jou lichaam en hersenen moeten ook weer opladen worden, die raken ook leeg en dan ben jij heel erg moe. Als jij je lichaam weer heb opgeladen, gaat het straks beter met je.”
Verbaasd vraagt Han:
“Waar is mijn stopcontact dan?” Mamma lacht en zegt:
“Jij laadt weer op als jij je rustig houdt en een tijdje voor stilte
om je heen zorgt, dan gaat dat opladen vanzelf.”
Nou, dat was voor Han duidelijk. “Ik moet me weer opladen want mijn batterij is leeg.”
De rem is los
Alles gebeurt tegelijk om Han heen
De rem is los. Het maakt hem bang, onzeker en opstandig. Het kind heeft er geen vat op en ook geen rem, hij/zij kan het niet stoppen. Waarschijnlijk heeft hij/zij ook een druk op zijn voorhoofd en een hard ruis in zijn oren. Het is nu overbelast en overprikkeld.
Herken je dit?
Wat je dan het beste voor het kind kan doen is het optillen en
de ruimte verlaten waar je dan bent. Zonder het kind af naar
een stillere plek en laat hem bijkomen. Laat het kind liggen als
het dat wil. Dat voelt bij het kind beter en veiliger aan.
Alles moet weer rustig worden om het kind heen en het heeft
tijd nodig om weer te acclimatiseren. Jij kan je dit voorstellen
als een wekker die te ver is opgewonden, nu af moet ratelen
om uiteindelijk tot stilstand te komen. Zo voelt het ook bij het
kind, in zijn hoofd en in zijn lichaam. En dat voelt zeker niet veilig.
Waar komt het door?
Door te druk bezig zijn. Er gebeurt te veel om hem/haar heen.
Soms komt die uitlaatklep ook pas later. En jij vraagt je af, “Wat is dit en waar komt het opeens vandaan” Overal waar TE voor staat vormt een aanleiding tot over-prikkeldheid. Let maar eens op als hij/zij bijvoorbeeld thuis te druk was of op een feestje is geweest of er bezoek in huis is geweest. Overal wanneer het te druk is geweest, gaat het vaak mis.
Leer het kind te observeren.
Het kind krijgt ook klachten als de situatie in zijn omgeving veranderd. Als het kind bepaalde regelmaat gewend is kan het helemaal van slag geraken, op het moment er plotseling veranderingen optreden. Het beste is van te voren te waarschuwen dat er iets gaat veranderen in het patroon.
Wat kan jij voor je kind doen? Door rust en stilte kan het kind weer heel langzaam bijtanken.
Eerst moet je herkennen dat je dit soms of vaker overkomt. Er zit meestal een patroon in. Een patroon dat doorbroken moet worden. Leer het kind te observeren, houd het patroon in de gaten: wat
er om hem/haar heen gebeurt. Goed op de symptomen van prikkels letten en houd je dan aan de regels die ervoor zijn, om het niet verder te laten escaleren. Nog liever voorkom je het. Maar hiervoor moet je eerst het inzicht hebben hoe het kind in elkaar zit, waarom en wat je kan doen. Het is niet makkelijk maar wel mogelijk. Jij kan je kind hiermee helpen. Als je daar op let, blijft je kind veel onrust en stress in zijn jonge leven bespaard.
Opeens is Han erg stil……….
Han zit in een hoekje en kijkt eigenlijk in het ‘niets’.
Het lijkt alsof Han in zijn eigen wereldje zit. Ergens ver weg, niet op de bank in de woonkamer.
Mamma vraagt Han: “Kom je aan tafel om te eten?” Han reageert niet. Het lijkt of Han niet gehoord heeft dat mamma iets vroeg. Mamma roept: “Han!” Han schrikt ervan. “Nee, ik wil niet eten, ik heb geen honger”. “Maar Han je moet iets eten en drinken” probeert mamma nog.
Er is geen beweging in Han te krijgen. Mamma gaat naast hem zitten en vraagt zachtjes: “Wat is er met je?” “Ik weet het niet” zegt Han, “ik heb geen honger, geen zin. Ik voel mij niet lekker”. Mamma kijkt bezorgd en voelt aan het hoofd van Han dat een beetje warm is maar hij heeft geen koorts. Han is dus niet ziek. Maar wat dan wel?
Mamma denkt dat Han weer zo’n dag heeft dat het erg moeilijk voor hem is om die dag door te komen. Han voelt zich slap en kan zich nergens op concentreren. Het lijkt mamma het beste om Han met rust te laten en stilte om hem heen te creëren.
Vandaag moet Han gereset worden. Even terug naar rust. Morgen is er weer een nieuwe dag.
Laat het los en ga iets doen dat rustiger is.
Han, laat dat nou zegt mamma. Han is de hele tijd al druk bezig. Han speelt een spelletje, maar Han kan niet tegen als het niet zo gaat als Han dat wil. Het hoofd van Han wordt steeds roder en roder. Mamma weet al: dit gaat niet goed. Mamma grijpt in en legt aan Han uit waarom mamma dit doet. “Han weet je toen je ook met een spelletje bezig was en het ging niet zo goed omdat jij aan het verliezen was? Jij stopte toen ook niet met het spelletje en moest je daarna overgeven en had je hoofdpijn en buikpijn. Daarna heb jij je heel ziek gevoeld. Dat kwam allemaal omdat jij je zo druk hebt gemaakt over dat spelletje. Dat wil je toch niet meer voelen zo hé Han?”
Beteuterd knikt Han. “Ja, ik weet het wel mamma.” “Weet je wat Han?” zegt mamma, “Laat het los en ga iets doen dat rustiger is.” “Ja, ik weet wel“ zegt Han.
OOH! Han is agressief en hij uit dat ook
Ik vertel u graag een voorbeeld/bericht van een mevrouw die mij schreef over haar agressieve partner. Ze vertelde mij dat haar partner nog al agressief kon reageren en deze agressie losliet op zijn geliefde in de thuissituatie.
“Ik word daar helemaal gestoord van”, zegt mevrouw. “Ik heb bijna geen geduld meer om het maar te moeten aanhoren en te verdragen. Het lijkt wel of hij steeds agressiever wordt. Er valt niet met hem te praten en waarom ziet hij niet in dat hij fout bezig is? Wat kan ik daaraan doen?”, vroeg ze. Om te beginnen zeg ik: de persoon met NAH weet het soms zelf niet en begrijpt zichzelf vaak niet eens. Heeft geen aan- en uitknop om zichzelf te besturen. Heeft geen controle over hetgeen hij zegt en doet en wordt zelf overvallen door deze gevoelens. Jullie hebben inzicht nodig, begrip en geduld. Er is altijd een rede voor. Die ligt soms verscholen omdat een uitbarsting vaak iets later komt. Dit geldt ook voor een kind. Ook het kind kan het niet meer sturen noch begrijpen of zelf veranderen. Als je weet wat het allemaal inhoudt als je partner/kind NAH heeft en de gevolgen van restverschijnselen en symptomen van overprikkelingen herkent, dan pas kan je rekening houden met de het gedrag van NAH/partner. Inzicht krijgen in NAH.
Herkenning en erkenning.
Ergens heeft die agressie zich opgestapeld. Zodanig dat de stoom als het ware uit zijn oren komt. Dan is alles al TE ver heen. Het beste is het de persoon af te zonderen. Laat hem of haar even alleen zijn. Afzonderen van alle andere indrukken van buitenaf. Want meestal speelt de omgeving mee in dit gebeuren. Geef ze stilte en rust. Ga er niet tegenin. Een discussie heeft geen zin. Haal ze uit die situatie vandaan.
Uit balans zijn. In evenwicht zijn.
“Waarom raakt mijn energie soms op?” vraagt Han.
Mamma denkt even na………….en probeert Han uit te leggen hoe het ongeveer werkt.
“Jij hebt van oorsprong, eigenlijk net als iedereen, 100% energie en dat is heel veel.” Han knikt. “Maar door jouw hersenletsel heb je daar nog maar de helft van over, dat is 50%. Die laatste 50% heb jij nodig om te verdelen over de hele dag. Om te spelen, ergens op bezoek te gaan. Te winkelen en te wandelen. Begrijp je dat dit energie kost? Energie die jij dan verbruikt? Maar je moet er ook weer voor zorgen dat die energie weer terugkomt. Die komt pas terug als jij rustig bent. Als jij heel boos bent raak je nog sneller je energie kwijt.
Soms ben je toch heel erg moe”. “Ja” zegt Han. “Nou dan is je energie op. Die 50% is dan op. Net als een ijsje dat wegsmelt als het warm is. En als het koud is, dan blijft het ijsje goed. Jij bent dan heel erg moe en je voelt je niet goed. Alleen door dan weer eventjes rustig te zijn en de stilte op te zoeken, kan je die energie van 50% weer aanvullen. Daarom gaat mamma met je naar boven op je kamer, zodat je even alleen bent en het stil om je heen is. Zo komt je weer in balans en voel jij je steeds iets beter en beter.”
Han moet opnieuw gereset worden
Let maar eens op als het thuis te druk is geweest, of het kind op een feestje was of er bezoek is geweest. Of het kind te veel opgaat in een spelletje. Het op school te druk te geweest en te veel concentratie verlangd werd. Overal waar ‘Te’ voor staat heeft impact, dan gaat het vaker mis. Ook als het situatie in zijn omgeving veranderd. Als het kind bepaalde regelmaat gewend is, kan het helemaal van slag raken, zo ook als er plots veranderingen zijn. Het beste kun je dan van te voren waarschuwen dat er iets gaat veranderen in het vaste patroon.
Leer je kind te observeren. Houd het patroon bij wat er om hem/haar heen gebeurt. Let goed op de reacties op prikkels en houd je dan aan de regels die ervoor zijn, zodat het niet verder escaleert. Nog beter is het om deze zaken te voorkomen. Maar hiervoor moet je eerst het inzicht hebben hoe het kind in elkaar zit, wat je eraan kan doen en waarom je er wat aan kunt doen.
Het is niet gemakkelijk, maar wel mogelijk. Soms moet het even terug naar AF. Han moet dan opnieuw gereset worden. Het is niet altijd wat het lijkt.
Ik hoop dat ik met deze berichtje enkele inzichten heb kunnen geven hoe het voor een kind met hersenletsel kan zijn. Han en Mamma.
Groet van Lieky van der Velden.
KIND -NAH-Ouders
https://www.facebook.com/groups/266214638056464/?ref=group_header
Hersenletsel NAH Restverschijnselen besloten
https://www.facebook.com/groups/1531465843770226/
Is uitverkocht.