Dit is een bericht van Frans Regtien in gesprek met Rob Trip.
Je kan ook naar dit bericht luisteren klik op de link.
Rob Trip is vaak om 8 uur ’s avonds op de televisie te zien als anchorman, presentator van het NOS-Journaal. Wat minder bekend van hem is dat hij ruim twintig jaar geleden getroffen werd door een herseninfarct. Een reden voor hem om ook ambassadeur van de Hersenstichting te worden.
Frans Regtien van “Luisternaarnah” sprak met hem.
Een terugblik op 2021. Was er iets anders dan corona?
“Ja je denkt snel aan corona. Wat mij verder het meest is bijgebleven zijn de verkiezingen. Ik realiseer met dat je bij terugblikken op 2021 je weinig realiseert dat er verkiezingen zijn geweest. Normaal gesproken betekent dat veel werk voor mij op de verkiezingsavond.
.
Maar het is zo’n raar jaar geweest dat ik me niet realiseerde dat er ook verkiezingen waren. Dat vind ik eigenlijk het gekste van dit jaar”.
Wat is jou het meest opgevallen qua corona?
“Nou ja, de berichtgeving ging eigenlijk een beetje van links naar rechts en van boven naar beneden. Er was eigenlijk geen touw aan vast te knopen. Ik denk dat het eerste jaar van corona, toen we ons helemaal doodschrokken en niet wisten wat we ons overkwam, anders was.
.
Het kabinet wist niet welke lijn we opgingen, dat we een beetje aan het zwalken waren qua maatregelen en dat mensen daar een beetje moe van werden. Dat merkte ik ook een beetje om me heen bij mijn vakgenoten”.
In welke zin?
“Je word zelf ook een beetje moedeloos, je bent ook maar een mens. Maar je moet wel energie hebben. Dat lukt ook meestal wel, maar soms zakt de moed je wel in de schoenen. Corona beheerst het leven van iedereen”.
.
Ook dat van jou. Kun je dat uitleggen?
“Het eerste jaar schrok dus iedereen zich een hoedje en ik dus helemaal. Mijn bloedstolling werkt niet helemaal goed, daarom heb ik twintig jaar geleden een herseninfarct gekregen. Ik begreep heel snel, ook ut de kranten, dat als dit coronavirus je te pakken krijgt het hele gekke dingen kan doen met je bloedstolling. Daar ben ik wel heel erg van geschrokken. Maar ja je moet ook door, je kunt niet alleen maar in een afgeschermd hokje zitten”,
Ben je daar nu dagelijks mee bezig en ben je daar bang voor?
“
.
Dat is wel iets minder geworden maar in het begin heb ik veel dingen afgezegd. Ik ben nog steeds heel voorzichtig. Ik heb een soort natuurlijke reflex opgebouwd, ik hou afstand van mensen. Ik merk dat mensen geneigd zijn om toch dicht bij je in de buurt te komen. Dichter dan je zelf wil”.
Voor jou is het nodige veranderd. Eerst dat herseninfarct, waarbij je echt op het randje heb gelegen, je hebt daarna longembolie en prostaatkanker gekregen. Je bent te zien als anchorman van het NOS-journaal. Is dat niet erg zwaar voor je?
“Als het te zwaar zou zijn, zou ik het niet doen.
.
Ik doe ook heel veel dingen bewust niet. Toen ik veel jonger was ging ik van radio- naar Tv-programma’s en sliep ik op stretchers in Hilversum. Soms zeg ik ook iets af omdat ik het te druk vind. Ik doe zes dagen lang het Journaal en in de daaropvolgende week werk ik voor de radio Ik probeer dat evenwicht te houden en dat gaat wel goed. Ik probeer wat vaker dan vroeger te luisteren naar mijn lichaam.
Je bent, zeg maar, zo’n beetje het uithangbord, de ambassadeur van de Hersenstichting geweest. Nu ben je niet meer zo actief, maar wat hield dat in?
“Ik hielp ze door het inspreken van spotjes. Ik praatte bijeenkomsten van deskundigen aan elkaar en interviewde mensen daarover. Dat klinkt een beetje chique, ambassadeur, maar dat heb ik altijd heel graag gedaan”.
Als ambassadeur ontmoette je veel mensen met hersenletsel. Die mensen hebben vaak een ander karakter dan voor hun NAH gekregen.
.
Merk je dat ook bij jezelf?
“Nee. Eigenlijk zou je dat aan mijn vrouw (Petri) moeten vragen. Ik ben een enorme uitzondering op de regel geweest. Dat heeft mezelf ook verbaasd. Ik ben veel via de Hersenstichting in contact geweest met mensen wiens karakter wel was veranderd. Of ze hadden lichamelijke problemen gekregen. Ik ben hier in Nijmegen (waar hij woont, red.) behandeld en dat waren veelal katholieke neurologen. Die zeiden: het is echt een wonder. Dat heb ik ook wel eens moeilijk gevonden, als ik met mensen in contact was gekomen, die een boekje hadden geschreven en dan vroegen of ik het voorwoord wilde verzorgen.
.
Dan voelde ik me wel eens bezwaard. Ze vroegen mij: welke behandeling heb jij nou gehad? Dan zeg ik: dat is het lot geweest dat bepaald hoe je eruit komt en dat is voor iedereen anders”.
Je vrouw Petri en je twee zoons zijn een hele grote steun voor je. Waarom zijn zij zo belangrijk?
“Ik heb ze gewoon nodig, omdat het soms heel erg lastig is hoe ik me voel. Het lijkt soms of ik heel opgewekt ben, terwijl dat helemaal niet zo is. En dan is het fijn om mensen om je heen te hebben. Die zijn het belangrijkste voor me, belangrijker dan mijn werk. En dat gevoel is alleen maar sterker geworden”.
. Hoe zie jij je toekomst voor je?
“Daar ben ik heel voorzichtig in geworden Frans. Ik weet gewoon niet wat die toekomst me brengt. Toen ik heel jong was en ik ziek werd ging ik onverschrokken weer aan de slag, zo van: het zal allemaal wel. Voor mezelf zeg ik: pluk iedere dag. Als het soms tegenzit, dan komt er toch op de dag een moment: dat is een cadeautje. Dat er iets gebeurt. Dat is lekker. We hebben sinds kort een heel klein hondje. Het is net alsof je een baby in huis hebt. Soms heel lief en soms heel ondeugend. Dat kan zoveel geluk geven, dat maakt mijn dag goed. Ik hoop dat het zo’n jaar wordt, ook al zal het soms wel eens tegenzitten”.
Frans Regtien en Rob Trip.